Het LVS

 
Wij streven binnen onze school naar het ontwikkelingsgericht onderwijs. Hierbij volgen we de ontwikkelingslijnen van het kind. Wij werken binnen onze school met 2 leerlingvolgsystemen die mooi bij deze manier van werken aansluiten. De programma’s die wij gebruiken zijn het OVM en het CITO. Beide programma’s richten zich op een ander gebied, maar vullen elkaar vervolgens weer goed aan. Zo is het OVM (ontwikkelingsvolgmodel) gericht op de ontwikkeling van het jonge kind. Enkele ontwikkelingsdomeinen die aan bod komen zijn: motorische ontwikkeling, zintuiglijke ontwikkeling, spraak – taal ontwikkeling en wereldverkenning. Het CITO is een programma dat bijna alle basisscholen in Nederland hanteren. Gemiddeld wordt het kind 2 keer per jaar getoetst op vakken als: Ordenen, ruimte en tijd, taal en rekenen. Doordat we werken met deze 2 programma’s krijgen we ,zowel van de ontwikkeling als van de kennis van het kind, een duidelijk beeld. Hieronder volgt een uitgebreide beschrijving van het OVM en het CITO.
Verantwoording leerlingvolgsysteem:
Wij hebben gekeken naar 4 verschillende leerlingvolgsystemen, namelijk: CITO, Pravoo, HOREB en het OVM. We hebben uitgezocht wat deze programma’s precies inhouden en wat het meest geschikt is voor onze school. Hieronder een korte beschrijving en onze mening over het programma.


Pravoo
Dit programma is gericht op het gedrag van het kind. Het wordt dan ook vaak gebruikt binnen het speciaal basisonderwijs. Het is bedoeld voor de periode dat het kind zich aanmeld op een basisschool tot half groep 3. Het programma bestaat uit een actieplan, dit plan bevat 8 onderdelen (acties).
·         actie 1 de aanmelding
·         actie 2: de eerste maand op school (de ontwenningsmaand)
·         acties 3 de binnengekomen 4-jarige
·         actie 4 ongeveer 4 maanden onderwijs (een halfjaar om te kijken wat het kind spontaan zal ontwikkelen), vervolgens vergeleken met actie 3.
·         actie 5 het leerlingvolgsysteem
·         actie 6 de LVS-cyclus
·         actie 7 eind groep 2
·         actie 8 begin groep 3 (dit is om de samenwerking tussen de leerkracht van groep 2 en 3 optimaal te laten verlopen)
Naast het gedrag van het kind wordt er ook gekeken naar: taal, zintuiglijk waarnemen, motoriek en omgaan met hoeveelheden.
Wij hebben ervoor gekozen om dit programma niet te gebruiken binnen onze school. Dit komt omdat het vooral gericht is op gedrag. Wij zijn een ontwikkelingsgerichte school die juist de ontwikkeling van het kind in kaart brengen. Dit programma werkt niet met ontwikkelingslijnen, waar wij in onze school wel mee werken.
HOREB (handelingsgericht observeren registreren en evalueren van basisontwikkeling)
Dit programma wordt gebruikt in de peuterklassen en de onderbouw. Er wordt gewerkt met een logboek, een dagboek en een portfolio. In het logboek worden alle observatie gegevens beschreven. Het dagboek bevat alle belangrijke ontwikkelingsmomenten van het kind. En het portfolio is van het kind zelf en daarin worden illustraties weergegeven.
Je moet bij dit programma ontzettend veel observeren en registreren. Het kost veel tijd omdat dit programma niet digitaal is. Wij willen juist een programma waar de leerkracht efficiënt en snel mee kunnen werken.
Onderzoek OVM en CITO:
Het OVM (ontwikkelingsvolgmodel) is een leerlingvolgsysteem dat zicht geeft op de ontwikkeling van jonge kinderen. Het gaat hierbij om kinderen van de leeftijd 3 tot 12 jaar. In het OVM komen diverse ontwikkelingsdomeinen met elk hun eigen ontwikkelingslijnen aan de orde. Hieronder volgt een overzicht van de ontwikkelingsdomeinen:
-          Basale ontwikkelingsbehoeften
-          Speel- en werkgedrag
-          (Senso)motorische ontwikkeling
-          Zintuiglijke ontwikkeling
-          Spraak- en taal ontwikkeling
-          Wereldverkenning
-          Symboolverkenning
Elk ontwikkelingsdomein heeft een bepaalde ontwikkelingslijn die een leerkracht in acht moet houden. De ontwikkelingslijnen worden op observatielijsten weergeven. De leerkracht kan d.m.v. blokjes en kleuren aangeven waar het kind zich op de ontwikkelingslijn bevindt. Zo krijgt de leerkracht een compleet beeld van de ontwikkeling van het kind. De leerkracht kan per ontwikkelingsdomein zien of het kind onder, op of boven niveau scoort.
Het leerlingvolgsysteem geeft de ontwikkeling van alle typen kinderen weer. De kinderen kun je op elke ontwikkelingsdomein bekijken. Bij de verschillende ontwikkelingslijnen kunnen opmerkingen worden geplaatst. Zo krijgt de leerkracht een duidelijk beeld van de ontwikkeling van het kind.
Het OVM geeft niet uit zichzelf aan wanneer een kind een leer- of gedragsprobleem heeft.  De leerkracht moet dit zelf concluderen uit de ingevoerde gegevens van de leerling. Het OVM geeft ook niet aan wanneer er bij een kind naar externe deskundigheid moet worden gezocht. Het programma heeft echter wel diagnosemogelijkheden om kinderen verder te onderzoeken. Dit zijn echter bronverwijzingen naar literatuur. Het OVM bevat ook handelingsplannen om kinderen beter te begeleiden.
Het OVM biedt de mogelijkheid om een groepsoverzicht te krijgen. Dit kan een groepsoverzicht zijn van de gehele klas of van een groepje in een bepaalde leeftijd. De leerkracht moet hier echter zelf uit opmaken hoe het onderwijs aanbod hier eventueel op aangepast moet worden.
Als leerkracht ben je continu bezig met het observeren van de kinderen. Opvallende situaties en verhalen worden genoteerd. Deze worden tevens opgenomen in het OVM.


Wij denken dat dit programma goed aansluit bij de visie en missie van onze school. Het ondersteund het werken met ontwikkelingslijnen en laat duidelijk per kind zien hoe het zich ontwikkeld. Daarnaast past dit leerlingvolgsysteem goed bij de taal en rekenmethode waar we mee werken.
Cito:

De ontwikkeling van alle kinderen (van groep 1 t/m 8) wordt duidelijk weergegeven in het Cito volgsysteem. In de 8 jaar dat kinderen op school zitten, worden verschillende gebieden getoetst. Veelal van deze gebieden worden niet de gehele basisschooltijd doorlopen maar pas vanaf groep 3 tot aan groep 8. De ontwikkeling van kinderen zijn in deze 6 jaar duidelijk te volgen. Er worden 4 fasen gebruikt om de ontwikkeling van het kind te volgen.
De vier fasen:
Als je werkt met Cito dan zijn erbij LVS-toetsen verschillende fases waar je in werkt. Zo is er een eerste fase, het signaleren, je begint met het afnemen en nakijken van de toetsen die de leerlingen maken. Je maakt uiteindelijk van alle resultaten een leerling-rapport. In een grafiek wordt per leerling een grafiek weergegeven waar de vooruitgang visueel wordt. Het leerling rapport is niet alleen voor de leerkracht handig maar ook voor ouders tijdens een oudergesprek.

De tweede fase is het analyseren. Als je als leerkracht constateert dat een leerling, dit geldt voor zowel goede als minder goede leerlingen, onvoldoende vooruitgang heeft geboden, dan kunt u als leerkracht vaststellen op welk vlak de leerling problemen heeft. Afhankelijk van het pakket gebruikt u daar speciale analyseformulieren, diagnostische procedures of aanvullende toetsen voor.

Als je weet waar het probleem bij een kind ligt, dan bepaalt u welke acties je kan ondernemen. De laatste fase is de fase handelen, dit betekend gerichte hulp bieden. Daarbij kan je gebruikmaken van aanwijzingen en suggesties in de handleiding bij een toets of  in een apart hulpboek die bij het pakket zit.

Bij een volgende toetsafname kan je bepalen of het effect heeft gehad. De cyclus begint dan weer opnieuw bij signaleren, analyseren en handelen.



Er kunnen groepsoverzichten gemaakt worden binnen het leerlingvolgsysteem van Cito. Hierin kan je kijken of je het onderwijs aanbod aangepast moet worden aan het type leerling binnen de school. De ontwikkeling binnen het leerlingvolgsysteem wordt op verschillende manieren weergegeven zoals: de individuele leerling, groepen leerlingen en het onderwijs op school weer.


Cito levert aan iedere school die werkt met het LVS systeem een pakket wat bestaan uit een handleiding, een inhoudsverantwoording , leermaterialen en registratieformulieren. Er zijn diverse hulpmaterialen ten behoeve van remediering beschikbaar in de vorm van hulpboeken en als didactische software. Hierin kan CITO wel de begeleiding geven als het gaat om remediering.
Als er speciale leerlingen op school aanwezig zijn die begeleiding krijgen van een intern begeleider en/of een remedial teacher. Is er speciaal een publicatie van CITO  geeft een duidelijk beeld hoe je om moet gaan met speciale leerlingen. Het pakket geeft verschillende antwoorden op vragen: Welke toets moet ik afnemen en wanneer? Moet ik net zo lang doortoetsen totdat de leerling een gemiddeld resultaat haalt? Hoe interpreteer ik de scores?
Geeft CITO weer hoeveel tijd het de leerkracht per kind en per jaar?
Het CITO LVS wordt steeds vaker digitaal gebruikt. Voordeel van digitaal toetsen is vooral de tijdsbesparing voor de leerkracht: de computer verzorgt de afname, neemt het nakijken en scoren over en rapporteert direct na de afname. Sommige LVS-toetsen zijn zelfs adaptief: de computer selecteert opgaven die het beste aansluiten bij de vaardigheid van een leerling.


Extra informatie:
Cito-LVS van Citogroep
Het LVS van Citogroep bestaat uit toetsen voor taal en lezen, rekenen/wiskunde, studievaardigheden, wereldoriëntatie en sociaal-emotionele ontwikkeling. Er zijn 16 pakketten, bestemd voor leerlingen van groep 1 tot en met groep 8. Elk pakket bestaat uit een handleiding, inhoudsverantwoording, leerlingmaterialen en registratieformulieren. Er zijn diverse hulpmaterialen ten behoeve van remediëring beschikbaar in de vorm van hulpboeken en als didactische software. Het systeem beschikt over een computerprogramma waarmee toetsafnames kunnen worden gepland, resultaten kunnen worden ingevoerd en gearchiveerd en rapporten worden geproduceerd.

Adaptief
In principe is een leerling gekoppeld aan een groep, maar je kunt de leerling daarnaast ook nog in een niveaugroep voor bijvoorbeeld rekenen plaatsen. Dit gaat dus door alle groepen heen.
Een taak kan 'op maat' voorgelegd worden. Rekent een leerling bijvoorbeeld op het niveau van midden groep 5, terwijl hij in groep 7 zit, leg deze leerling dan ook de toets van M5 voor.
Goed beeld
Door middel van kleuren, lijnen en grafieken geeft dit systeem je direct een goed beeld van waar een leerling staat. Hieronder hebben we er een voorbeeld van gegeven. De O% lijn is het gemiddelde, je ziet dus gelijk hoeveel er onder het gemiddelde zitten. 
Er wordt veel vergelijking gemaakt, wat ons extra duidelijkheid geeft. Zo kun je bijvoorbeeld een groepsoverzicht van een toets in beeld brengen. Hier zie je dan de score, maar ook het niveau van het kind op deze toets.Ook de foutenanalyse is al voor je gemaakt. Je kunt precies zien op welk onderdeel een kind uitvalt en hier staat het gemiddelde bij. Zo kun je er direct mee aan de slag. Ook hier wordt weer met kleuren gewerkt, zodat je sneller kunt zien welke kinderen uitvallen. Met rood/oranje wordt aangegeven dat een kind meer dan de helft fout heeft.
Wat wij ook een groot voordeel vonden aan dit systeem was het leerling-profiel. Hier is per leerling, per vak aangegeven welke score is behaald, maar ook met een lijn aangegeven waar dat dan ligt. Wat houdt deze score in? Bijvoorbeeld dat het kind scoort op eind groep 5 niveau.

bron:

De koppling naar schoolgids, leerlijnen en methodes:


In de schoolgids staat vermeld dat onze visie staat voor: “De prestaties van de individuele leerling vinden wij belangrijk, maar deze moeten echter wel passen bij de eigen ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling.” Een leerling kan zijn eigen weg volgen op school dit word bijgehouden in een eigen portfoliomap. Wat de leerling doet  tijdens een vak atelier word beoordeeld in zijn eigen portfolio map. Hierin kan de leerkracht zien of er ontwikkelingen zijn.

De methodes hebben bij ons op school voor de functie als lesboek. Het ‘realistisch rekenen’ staat centraal binnen het vak rekenen omdat bij deze vorm gebruik wordt gemaakt van realistische situatie en dat is wat wij willen bij ontwikkelingsgericht onderwijs. Wij willen als visie wat buiten is naar binnen halen. De kerndoelen en de leerlijnen die vast gesteld zijn in Cito en OVM staan centraal. Er wordt gestreefd naar de kerndoelen die behaald moeten worde aan het eind van het jaar.

Op basisschool de sleutelbos gebruiken wij als leerlingvolgsysteem Cito is een leerlingvolgsysteem die werkt met de cognitieve ontwikkelingen van de leerlingen. Hierin wordt duidelijk weergegeven wat de vorderingen zijn bij de cognitieve ontwikkeling. De sociale ontwikkeling wordt weergegeven in het OVM.


We streven naar ontwikkelingsgericht onderwijs binnen onze school. Maar uiteraard wordt er ook naar de kennis van de kinderen gekeken. Ze volgen vakken zoals taal, rekenen en geschiedenis. Wij vinden CITO een duidelijk en efficiënt programma. Daarnaast vinden we het fijn dat het CITO een doorlopende lijn heeft binnen alle groepen van de basisschool.